OPINIE- Een open brief aan Karl-Johan Persson (H&M)
Beste, meneer Persson, je hebt gelijk. Net als jou, zoals we in hier konden lezen, vind ik ook dat we armoede uit de wereld moeten helpen. Net als jou, vind ik ook dat we het klimaat moeten aanpakken. De manier waarop echter, daarin verschillen onze meningen hemelsbreed.
Je wijst klimaatjongeren als Greta Thunberg met de vinger omdat ze mensen ‘verbieden’ te consumeren. Dit is een groot probleem volgens jou omdat dit maar een kleine impact zal hebben op het milieu, maar wel vreselijke sociale gevolgen zal hebben. Zo moeten we volgens jou jobs blijven creëren om ondermeer armoede te bestrijden. Maar daar knelt het spreekwoordelijke schoentje: hoe kan je als hoofd van een van de grootste kledingretailers ter wereld roepen om armoede uit de wereld te helpen als je je eigen kledingarbeiders zelfs geen leefloon uitbetaalt? H&M beloofde namelijk in 2013 tegen 2018 ongeveer 850 000 textielarbeiders een leefloon uit te keren. Van die belofte is niets in huis gekomen. Ook andere kledingmerken zijn, ondanks ambitieuze beloftes, volgens dit onderzoek van de universiteit van Sheffield in hetzelfde bedje ziek. Volgens de Fashion Transparency Index 2019 geeft daarnaast maar 18,5 procent van de merken die gescreend zijn op hun transparantie aan hoe zij in hun kledingproductieketen naar leeflonen toewerken. In een onderzoek uit 2019 van 20 grote merken als Nike, Primark, Adidas, H&M blijkt ook dat velen het uitkeren van leeflonen uitbesteedt, wat de geloofwaardigheid van zulke beloften sterk aantast.
Vaak moeten kledingarbeiders geld lenen om maandelijks rond te komen en te voorzien in minimale levensbehoeften als voeding en onderdak, zo bleek uit de ‘Garment Worker Diaries‘ van Microfinance Opportunities, in partnerschap met Fashion Revolution. De verkoop van kleding blijft aan dumpingprijzen. De winsten die retailers boeken, gaan niet naar de arbeiders in de fabriek, maar naar de top. Om hogere minimumlonen te eisen, om zo tot een leefloon te komen, trokken duizenden arbeiders zelf al meerdere malen in Bangladesh de straat op, wat door de overheid vaak gewelddadig werd afgestraft.
Daarnaast moeten we, als we over ‘vreselijke’ sociale gevolgen praten, de aandacht ook vestigen op het (seksueel) misbruik waar ongeveer 80 procent van de kledingarbeiders in Bangladesh mee geconfronteerd wordt. Het tweede grootste productieland van kleding na China. Afgelopen maart gingen er bij een fabriek zelfs 16 kledingarbeiders in hongerstaking, na een aanranding van een 18-jarige collega door een van de managers. Al even frappant: Amazon, het derde rijkste bedrijf in de wereld, verkoopt kleding van fabrieken in Bangladesh die op de zwarte lijst staan door misbruik van kledingarbeiders en hun slechte veiligheidsomstandigheden. Ook bij kledingarbeiders in andere productielanden is misbruik schering en inslag.
KOOL EN GAS
‘Technologische innovatie, alternatieve grondstoffen en schonere energie.’ Het zijn woorden waar je blijkbaar graag mee schermt als het over het klimaat gaat. Kijken we echter naar hoe we kleding produceren en consumeren blijkt je reactie eerder een faux pas. De kleding- en de schoenenindustrie samen zijn namelijk verantwoordelijk voor meer dan 8 procent van de globale uitstoot van broeikasgassen volgens een rapport van Quantis. Kledingproductie, die voornamelijk in Azië geconcentreerd is, is er nog afhankelijk van kool en gas om elektriciteit en warmte te genereren.
CONSCIOUS COLLECTIE
Doen H&M en andere merken dan echt niets goed op ecologisch gebied? Je doet wel, net zoals sommige andere merken, inspanningen en mooie beloften. Zo beloof je inderdaad tegen 2030 enkel ‘gerecycleerd of ander duurzaam materiaal’ te gebruiken voor kleding. Nu doet H&M dit al voor haar ‘Conscious collectie’. Ook Inditex, het moederbedrijf van onder andere Zara, maakte serieuze beloftes: tegen 2025 willen zij dat al hun katoen, linnen en polyester biologisch, duurzaam of gerecycleerd is. Maar de vraag blijft: hoe geloofwaardig kan je zijn als je daarnaast wel het fast fashionmodel blijft omarmen? Als je massaconsumptie blijft promoten? Tussen 2000 en 2014 is de kledingproductie wereldwijd verdubbeld. Helaas dragen we onze kleding maar half zo lang als ervoor. Dit is onhoudbaar. Iedere seconde gaat er een equivalent van een vrachtwagen vol textiel richting het stort of wordt dit verbrand. Amper 1 procent van de kleding wordt gerecycleerd.
Dus, beste meneer Persson, je kan niet boe-roepen naar klimaatjongeren, zonder eerst in eigen boezem te kijken. Wat deze jongeren willen en wat we ook nodig hebben is een systemische aanpak, een transitie naar een duurzaam economisch model voor de kledingindustrie waarbij winsten niet hand in hand gaan met misbruik en schrijnende ecologische gevolgen. Er zijn kleinere spelers op de markt die wel een transparant en duurzaam verdienmodel aan de dag kunnen leggen. Wanneer maken grote retailers hier werk van?